de Heer strootman daartoe leverde, nog steeds wenschelijk.
3. Vele jeugdige beoefenaars der algebra brengen het ter bereiking van een bepaald doel niet verder dan tot de algemeene theorie der vergelijkingen, en daarom zien deze algebraïsche toepassingen het licht.
Wij moeten bekennen dat, na deze inlichtingen van den Schrijver, de behoefte aan algebraïsche toepassingen ons nog niet duidelijk is, want wat de Heer strootman mogt te kort gekomen hebben, is rijkelijk bij de boven aangehaalde verdienstelijke schrijvers te vinden. En wat zal de Schrijver voor het tweede Deel der toepassingen plaatsen, (wij mogen immers door de plaatsing van Iste Deel op den titel een IIde Deel te gemoet zien) toch niet dat dit IIde Deel het licht ziet, omdat er weinige beoefenaars der hoogere algebra zijn, hetwelk uit de drangreden der uitgave op te maken is.
Algebraïsche toepassingen voor de scholen zijn altijd goed, en wij willen de waarde van het ons hier aangebodene niet verkorten, omdat er reeds genoeg zijn: misschien is de Heer croll met onzen rijken voorraad niet bekend geweest, zoo dachten wij, toen wij de goed geordende reeks van voorbeelden eens van meer nabij bekeken; maar juist deze nadere beschouwing deed ons oude kennissen ontmoeten: zij stonden ons nog te goed voor den geest, die geduchte vraagstukken van hirsch, euler en bangma, om dezelve, al waren dan ook, door den tijd, appelen en peren in pennen en papier, guldens in rijksdaalders, kaas in varkens veranderd, niet te herkennen. Wij komen dus terug van ons denkbeeld, dat de Schrijver bangma en euler niet gekend heeft, en geven tot staving hiervan aan, dat in de vraagstukken van den eersten graad met één onbekende de 21, 22, 23, 24, 25 en 26 vraagstukken bij bangma te vinden zijn; verder vinden wij bij dien schrijver de 15, 20, 21 en 22 voorbeelden van pag. 28 en 29, het 8 en 13 voorbeeld van pag. 32 en 33, het 16 en 27 voorbeeld van pag. 39 en 41, en eindelijk de onbepaalde vraagstukken, voorkomende onder de nommers 11, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 en nommers 1 en 2, van pag. 82; nog vijf andere voorbeelden der onbepaalde vraagstukken zijn volgens euler, welligt zijn er meer uit andere boeken ontleend; wij hebben slechts euler en bangma vlugtig doorzocht.
Maar nu tot het boek, op zichzelf beschouwd, terugge-