De aardappelen.
De Aardappelen, derzelver geschiedenis, aard, nut, nadeel, teelt, ziekten enz., met uitvoerige aanwijzing van derzelver industrieel gebruik, monografisch bewerkt naar jasznüger, pfaff, vibarg, putsche, bertuch en anderen, door frederik Graaf berchtold, Dr. der Geneeskunde; met twee platen. Ziedaar den titel van een werk, van 573 bladzijden in groot octavo, door de vaderlandlievende Maatschappij van Oeconomie in het Koningrijk Bohemen, gedurende het afgeloopen jaar 1842, te Praag in het licht gegeven.
In dit met zeer veel zorg opgestelde werk, hetwelk de uitvoerigste tot nog toe bekend gewordene monographie van de aardappelplant bevat, vindt men de geschiedenis van dit merkwaardig gewas, deszelfs kruidkundige beschrijving, die van deszelfs soorten en verbasteringen, de geschiedenis en leer van deszelfs teelt, ontaarding, nut als voedselstof voor menschen en dieren, menigerlei industrieel gebruik enz. bijeen. Overal is op de litteratuur der plant, tot op den tegenwoordigen tijd, verwezen, en wordt, met bijvoeging van statistische opgaven, het onderwerp met ongemeene vlijt van alle zijden beschouwd en toegelicht.
Wat de geschiedenis van den aardappelbouw betreft, zoo weet men, dat dezelve reeds bij de oude Peruanen, ten tijde der Incas, in gebruik was, zonder dat men echter tot nog toe heeft kunnen ontdekken, waar dit, toenmaals bereids tot de door menschenhand gekweekte planten behoorend gewas, zijn eigenlijk vaderland heeft en in het wilde voorkomt. Ondertusschen is het nagenoeg uitgemaakt, dat dit oord nergens anders gezocht kan worden dan in de Andes. Onzeker ook is men omtrent den zeeman, die de eerste aardappelen naar Europa heeft overgebragt. Deze eer wordt nu eens den slavenhandelaar john hawkin toegekend, dien men wil dat reeds in het jaar 1565 aardappelen naar Ierland zou gebragt hebben; dan weder aan den beroemden francis drake, die, zoo men meent, dezelve in 1586 in Engeland heeft ingevoerd, of ook weder aan den ongelukkigen walther raleigh, die dezelve mede omstreeks dien tijd, en voor de tweedemaal in het jaar 1623, uit Amerika gehaald heeft. Overigens had reeds peter de Martelaar in 1511 eene