De oranjerie te St. Petersburg.
Dit sieraad van het Taurische paleis, in de Keizerstad van het Noorden, is in een kruidkundig opzigt een der merkwaardigste stookhuizen van geheel de wereld, en zulks te meer, wanneer men het barre klimaat in aanmerking neemt, aan hetwelk de hovenierskunst bijna alles met geweld moet afdwingen. Een Duitsch geleerde schrijft over deze inrigting onder anderen het volgende: ‘Tegen het eind van Februarij bezocht ik ook de wijdberoemde oranjerie van deze Noordsche residentiestad, en werd niet slechts verrast door hetgeen ik daar zag, maar waande mij plotseling onder eene zuidelijke luchtstreek verplaatst te zien. Ongeveer dertig groote en kleine zalen stonden gepropt vol met de heerlijkste prachtbloemen, exotische planten, edele moesgroenten en vruchtboomen van alle soort. In de eerste plaats trokken de wijnstokken mijne oplettendheid; zij genieten hier dezelfde zorgvuldige kultuur als aan den Rijn en aan de Moezel, en derzelver jonge druiven beloofden, reeds in het begin van Julij ten volle rijp te zullen worden; men hoopte niet minder dan 50 centenaars van de kostelijkste druifsoorten op de keizerlijke tafel te zullen kunnen leveren: de wijnranken en derzelver bladeren waren alle zoo zorgvuldig weggebogen, dat het zonnelicht bijna op elke druifbes vallen kon. Hetzelfde mogt men zeggen van de perzik- en abrikozenboomen. Deze beloven tegen het eind van Mei eenen oogst van 20,000 stuks, en dat van eenen geur en smaak, alsof zij niet door gekunstelde warmte, maar door den koesterenden straal der zuiderzon rijp gestoofd waren. De aardbeistoven, die in 15,000 potten stonden, verzorgden nu reeds (in Februarij) den keizerlijken disch met hare liefelijke