Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 403]
| |
uit een adellijk en aanzienlijk geslacht, welks vermogen en geduld hij echter door zijne verkwistingen eindelijk had uitgeput, werd nu rusteloos door zijne schuldenaars vervolgd. Aan hun gekwel, door welk middel dan ook, een einde willende maken, noodigde hij eindelijk die gezamentlijke heeren tegen een hepaald uur in zijne woning. Zij kwamen. De kamerdienaar ontving hen in de voorzaal. ‘Mag ik u om uwe rekeningen verzoeken, mijne Heeren?’ zeide hij. Met hoopvolle verwachting werden zij hem overhandigd. ‘Weest zoo goed, slechts weinige minuten te wachten; de voldoening zal zoo aanstonds volgen.’ Met deze woorden en een' beleefden wenk om plaats te nemen, begeeft de bediende zich in de kamer van zijnen heer. Een oogenblik daarna valt in dat vertrek een schot. Ontsteld en met ijzing op het gelaat vliegt de kamerdienaar naar buiten en roept: ‘Gijlieden hebt hem vermoord; hij is het slagtoffer uwer onbarmhartigheid; ziet slechts, daar ligt mijn goede heer met verbrijzelde hersenpan!’ De verbaasde schuldeischers wanen het bloedende lijk te zien, en, bevreesd voor policieverhooren en andere lastige formaliteiten, ijlen zij om het zeerst het huis uit. - Een kwartier uurs later verwisselde Graaf v.T. zijne woning en betrok er eene in eene ver van daar gelegene wijk. Zijne schuldeischers, die aan den zelfmoord, welke onder zulke omstandigheden te Parijs niets buitengewoons is, in ernst geloofd hadden, vernamen eerst, welke list hen verschalkt had, toen, eenigen tijd daarna, de gewaande zelfmoorder Parijs en Frankrijk verliet, en hun in eene beleefde circulaire daarvan kennis gaf. |
|