Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 303]
| |
Die geen' post of ordeband
Immer voor zich bedelen:
Enkel voor uw bloei en heil
Hebben zij hun aanzijn veil.
Hoort hen slechts, gelooft hun woord,
Goede Nederlanders!
Wordt, zoo u hun taal bekoort,
Vrij hun medestanders!
Houdt het nimmer toch voor schijn,
Dat zij zoo belangloos zijn!
'k Weet: uw Letterkunde kwijnt;
Maar uw Dagbladschrijvers,
Wier getal steeds wassend schijnt,
Zijn vol vuurs en ijvers.
Allen werken, braaf en trouw,
Aan 't herstel van 't Staatsgebouw.
Wat zijn van der Palmen waard,
Wat zijn Bilderdijken?
O! men mist hen ligt op aard',
Zien we ons slechts verrijken
Met couranten, stout van toon,
En paskwillen, vol van hoon.
Weg met elken twijfelaar
Aan de deugd dier braven,
Die voor haardstede en altaar
Zich de moeite gaven,
Welk een doel hun drijfveer schijn',
Dagblad-Redacteurs te zijn!
'k Weet: een hevig Liberaal
Liet den mond zich stoppen.
Luide sprak hij stoute taal;
Heimlijk bleef hij kloppen
Aan de Hofdeur om den kost,
En verwierf een' vetten post.
'k Weet niet, of hij werd Gezant,
Of Gezantschapsschrijver;
Maar de man, voor 't vaderland
Ééns vol vrijheidsijver,
Kreeg dien post, en kreeg met dien
Straks eene andre wijs van zien.
Elders waagde een schrandre bol
't Oude te bestormen,
En zijn dagblad, wijs of dol,
Zou den Staat hervormen;
Maar hij voert reeds andren toon,
Want ook hem bekoorde 't loon.
| |
[pagina 304]
| |
Ja! Ministerdienaar nu,
Doet hij beter nering.
Even stout en even ruw
Prijst hij 's Lands regering;
Alles noemt hij schoon en goed,
Wat zij poogt en wat zij doet.
't Budget wordt wel steeds verzwaard:
Doch, waartoe te klagen?
't Volk, dat zwaar belaste paard,
Kan dien last wel dragen:
Slechts zoo veel, als Gogel zegt,
Wordt der natie opgelegd.
Waartoe nog bezuiniging?
Liever wat verhoogen!
Elk moet leven in zijn' kring.
Moet men 't nog betoogen?
Wordt men zelf slechts goed betaald,
De oppositieijver daalt.
Doch de exceptie, hoe het ga,
Maakt nog niet den regel.
Wat beduidt het neen of ja
Van een' enklen vlegel?
Nederlanders, steeds bedot,
Onderwerpt u aan uw lot!
Ja! gelooft aan de eerlijkheid
Van uw Dagbladschrijveren;
Mannen, vol van wijs beleid
Bij 't belangloos ijveren;
Opgedaagd, van elken kant,
Tot behoud van 't vaderland!
1843. a.f. sifflé. |
|