De Britsche bisschop en de landprediker.
Een met kerkelijke waardigheden over en over bekleede, geweldig rijke en daarbij uiterst zuinige Bisschop, op zekeren tijd eene rondreis door zijn stift doende, kwam ook in een dorp, hetwelk de standplaats van een' karig bezoldigden Landprediker was. De mindere geestelijke ging den Prelaat zijne opwachting maken, in de heimelijke hoop, dat hij hem ten eten zou noodigen. Maar de Bisschop, die veel te zuinig was, om de stille wenschen van eene hongerige maag te raden of althans te voldoen, noodigde hem niet. Toen de teleurgestelde geestelijke heenging, zeî hij tot hem: ‘O, gij kondt mij een groot genoegen doen, indien gij in het logement de Gouden Stokvisch, dat digt bij uwe pastorij ligt, een eenvoudig middagmaal voor mij wildet bestellen.’ De Prediker nam den last op zich, en, toen hij in de herberg gekomen was, vroeg hij den kastelein om pen, inkt en papier. Vervolgens stelde hij hem eene lijst van personen ter hand, voor welke de hospes, zeide hij, zoo snel mogelijk een goed middagmaal in gereedheid moest brengen. Een paar uren later verscheen zijne Eminentie, en vond, tot zijne verbazing, eene tafel voor zes personen gedekt. - ‘Waarom zoo veel couverts?’ vroeg de Bisschop den meesmuilenden waard. - ‘Ik heb mij stiptelijk aan de lijst van den Eerw. gehouden,’ antwoordde deze, ‘en juist zoo veel couverts opgezet, als hij mij gasten opgeschreven heeft. In de eerste plaats voor den Bisschop van Oxford.’ - ‘Dat ben ik,’ hernam de Prelaat. - ‘Voor den Deken van Cherwell.’ - ‘Dat ben ik ook,’ zeî de Bisschop. - ‘Voor den Aartsdiaken van Gloucester.’ - ‘Dat ben ik mede.’ - ‘Voor den Prebendarius van Cambridge.’ - ‘Weder voor mij.’ - ‘Voor den Kapellaan van Warwick.’ - ‘Ook
die ben ik.’ - ‘Voor den Grootprior van Berkshire.’ - ‘Nogmaals voor mij. Dat is fraai; ik ben een enkel persoon, heb slechts ééne maag, en moet er nu voor zes betalen! Maar, de man heeft gelijk, waarom heb ik hem ook niet ten eten gevraagd?’ - ‘Wil ik hem doen roepen?’ - ‘Nu ja, het eten is toch besteld; mij is het wèl!’ De geroepen geestelijke at voor vijf.