De Vrijgeest, of Nacht, Schemering en Morgenrood. Te Amsterdam, bij G. Goossens. 1842. In gr. 8vo. XVI en 96 bl. f : - 90.
Wanneer wij het doel van dit geschrift in aanmerking nemen, om namelijk den eenvoudigen burger, die geen geleerde is en toch blootstaat aan de vitterij der Deïsten, eenigermate te wapenen tegen den invloed van het, ook onder de mindere standen, zich dikwijls openbarende ongeloof, dan aarzelen wij niet te getuigen, dat het geschikt is om dit doel te bereiken; minder evenwel door nieuwe bewijzen voor de gewigtigste waarheden der Godsdienst aan te voeren, of de reeds bekende bewijzen meer overtuigend, dan elders geschied is, voor te dragen. Neen, het nuttige van het werkje, voor het door den Schrijver gekozen publiek, is meer gelegen in eene zeer bevattelijke voorstelling der behoefte, die de mensch heeft aan het godsdienstig geloof, voor zijne deugd en de rust van zijn hart. Vooral is het de afschuw verwekkende schildering van het karakter en eindelijk rampzalig lot van eenen Vrijgeest, dien de Schrijver verhaalt in persoon gekend te hebben, die tot eene treffende waarschuwing kan verstrekken tegen het onbedachtzaam verkeer met de zoodanigen, die het geloof aan het bestaan van God, de Voorzienigheid, 's menschen bestemming voor de onsterfelijkheid, en het wezentlijk onderscheid tusschen deugd en ondeugd, verwerpen. De Schrijver, die zich aan het slot der voorrede onder den naam j.b. barnigh bekend maakt, smake bij voortduring de aangename vruchten van zijn ernstig nadenken over, en van zijn geloof aan de waarheden der Godsdienst, en zijn werkje bevordere dit geloof ook bij hen, in welker geluk hij zulk een prijzenswaardig belang toont te stellen!