Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeschied- en oudheidkundige Wandelingen door het Eiland Walcheren. Door J. ab Utrecht Dresselhuis. Te Middelburg, bij de gebroeders Abrahams. 1842. In kl. 8vo. 194 bl. f 1-90.De Schrijver van dit boekje, geleerd kenner van Zeelands aloude gesteldheid en geschiedenissen, gaf vóór eenige jaren Geschied- en oudheidkundige Wandelingen door de Eilanden Zuid- en Noord-BevelandGa naar voetnoot(*) in het licht, in welke, | |
[pagina 607]
| |
onder den nederigen vorm van een school- of leesboek, een schat van kennis en van wetenswaardige zaken is nedergelegd. Aan het slot van dat werkje werd op dergelijke wandelingen in andere Zeeuwsche eilanden hoop gegeven; het voor ons liggend stukje vervult die aanvankelijk. Het betreft echter noch slechts een gedeelte van Walcheren, en wel de Zuid-watering, het Zuid-Oostelijke gedeelte des eilands; vele geschied- en oudheidkundige mededeelingen bevat het nopens de jongste bedijking aan Walcheren, die van Nieuw- of St. Joosland, de Souburgen met het sedert lang verdwenen kasteel van onzen beroemden marnix van st. aldegonde enz. Maar vooral te Vlissingen heeft de Schrijver rijken voorraad tot mededeeling van historische bijzonderheden, en de omstandigheden van den afval van Spanje worden, gelijk ook elders wapenfeiten en scheepstrijden uit dien tijd, waardig herdacht. Velerlei zaken, die men hier niet zoo dadelijk zou zoeken, zetten eene aangename verscheidenheid aan het werkje bij: over wapens, familienamen, oude schepen, oud geschut, enz. Blijkbaar is het hier als volksboek geschrevene de vrucht van langdurige, wetenschappelijke onderzoekingen. Wanneer de Schrijver, die het al of niet vervolgen van dit geschrift afhankelijk schijnt te maken van den bijval, dien het vindt, onzen wensch gehoor geeft, dan zet hij zijne wandelingen voort; en wij zullen van hem, hedendaagschen voorganger, niet minder leeren, dan een vroeger geslacht van de mederijders op het speelwagentje van gargon (Walchersche Arkadia). Wij verlangen inzonderheid het westelijke gedeelte des eilands met hem te bezoeken en zullen ons, hopen wij, spoedig vergasten aan hetgeen hij ons te West-Kappel en Domburg heeft mede te deelen. Wiet enkel voor Zeeuwen, schoon voor deze het eerst en meest, maar voor liefhebbers van vaderlandsche geschiedenis en oudheden in het algemeen, zijn de aanmerkingen van den door en door kundigen dresselhuis, die hier geheel en al op zijn grondgebied is, lezenswaardig; en ofschoon hij reeds eldersGa naar voetnoot(*) iets, en dat wel iets nieuws en doordachts over de Nehalennia's gezegd hebbe, juist dat iets doet ons met verlangen uitzien naar de wandeling, die wij langs het Walchersche strand met hem hopen te doen, of het ontbijt, dat wij met hem in het badhuis te Domburg wenschen te nuttigen. | |
[pagina 608]
| |
Steendrukplaatjes, voorstellende het Jagthuis ter Linde, en het Kasteel van West-Zouburg, versieren het werkje. Gelijk de Heer dresselhuis bij zijn genoemd werkje over Zuid- en Noord-Beveland kaartjes heeft gevoegd, waarop de voormalige en tegenwoordige gedaante dezer eilanden wordt voorgesteld, zoo hopen wij die ook van Walcheren (gelijk te zijner tijd ook van de andere Zeeuwsche eilanden bij de wandelingen door dezelve) te ontvangen. Niet ieder bezit 's Mans verhandeling over Oud-Zeeland, waar eene algemeene kaart is bijgevoegd. Men zou deze Wandelingen kunnen noemen de quintessens van het daar met bewijzen gestaafde en ontwikkelde, gebragt in eenen populairen vorm, waarbij het met vele en velerlei aangename en nuttige bij-bijzonderheden verrijkt is. |
|