Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 567]
| |
Er wordt waarlijk in onzen tijd al zeer veel gedaan, om eene zekere soort van beschaving te verspreiden! Of het echter voor zoodanige lezers, die met de Fransche taal niet bekend zijn, eene behoefte is, om, door de vertaling van werken als het thans aangekondigde, geleerd te worden, datgeen, wat zij tot nog toe als betamelijke tucht en goede zeden eerbiedigden, met minachting te bejegenen, en de menschen van hoogeren stand te leeren kennen als de zoodanigen, die roemen op hunne uitspattingen, en of dus de vertalers en uitgevers van soortgelijke werken zich wel zeer verdienstelijk maken bij onzen landaard, geven wij in ernstige bedenking. Indien de Fransche romans van den gewonen hedendaagschen stempel, die reeds in ieder formaat, van de geïllustreerde Parijsche prachtuitgaven af tot aan de Belgische goedkoope nadrukken en miniaturen van canongette toe, in het oorspronkelijke worden rondgevent, ook nog in onze taal worden overgebragt, dan zal het gevolg daarvan zijn, dat niet alleen het reeds talrijke publiek van onze landgenooten, hetwelk die in het Fransch kan lezen, zich aan dezelve kan vergasten, maar dat zulke boeken beduimeld en gehavend in kortegaarden en keukens zullen gebruikt worden tot tijdkorting van soldaten, rinkelrooijers en dienstboden! Verre zij het er van af, dat wij zouden beweren, hier eigenlijk gezegde, de eerbaarheid kwetsende, tafereelen te hebben aangetroffen. Ook is reeds de naam van den Schrijver een genoegzame waarborg, dat men niets middelmatigs in deze soort zal ontvangen. Maar de ligtvaardige toon, waarmede alles behandeld wordt, en het zedenbederf in het tijdvak, waarin dit verhaal geplaatst is, maken, naar ons oordeel, dit toevoegsel tot den voorraad van vertaalde romans meer dan alleen overbodig. |
|