lige; ook spreekt men bij het paard, in den beschaafden stijl, van mond, bl. 59, enz. enz. Voorts komt het eenigzins vreemd voor, het werk, waarvan de tweede uitgaaf reeds in 1827 plaats vond, nu eerst (1842) vertaald te zien.
De ervaren Paardenkooper, oorspronkelijk van Dr. f.g. ledeboer, vertaald door d. van setten, beschouwt de zaak uit een meer wetenschappelijk, stelselmatig standpunt. Het boekje zal, volgens de Voorrede van den Vertaler, dienen tot eene handleiding, om tegen de bedriegerijen, welke als 't ware een burgerregt in den paardenhandel verkregen hebben, en tegen de gevaren, daarvan onafscheidbaar, zich te waarborgen; en waarin zoo wel die zaken worden aan de hand gegeven, die den kooper of liefhebber met de deugdzaamheid en schoonheid van het paard bekend maken, als de onderscheidene kunstgrepen doen kennen, waardoor sommige verkoopers de gebreken en ondeugden hunner paarden trachten te verbergen.
Die eene korte, regtstreeksche aanwijzing tot dit einde begeert, zal zich liever bij dit boekje houden; die meer behagen schept in den vorm der omkleeding, zal aan de mededeelingen van wijlen abraham mortgens de voorkeur geven.
Ofschoon wij, even gelijk de Vertaler, niet op alle punten met den Schrijver zouden overeenstemmen, erkennen wij met den eersten, dat dit boekje aanbeveling verdient, vooral ook om den vorm; hier toch wordt dadelijk aangewezen, hetgeen bij mortgens somwijlen meer onder de eene of andere aardigheid verborgen ligt. - Op bl. 14 staat sceloretica voor sclerotica.