Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
Leerboek der Verloskunde voor Vroedvrouwen, naar het met de groote gouden medailje in Pruissen bekroonde Hoogduitsche werk van Dr. W. Plath, Pract. Geneesheer en Onderwijzer der Vroedvrouwen te Hamburg. Met 20 Platen. Te Groningen, bij J. Römelingh. 1842. In gr. 8vo. 216 bl. f 3-60.
| |
[pagina 266]
| |
digen echtgenoot te vervangen, in elk geval de vrouw, welke uit schroomvalligheid teruggehouden wordt haren Arts te raadplegen, te gemoet te komen. Dr. j. mayer heeft, volgens den Vertaler, zich op zulk eene kiesche wijze van zijne taak gekweten, dat zijn werk in Duitschland algemeen bijval gevonden heeft. Daardoor is de Vertaler aangemoedigd geworden, ook de Nederlandsche vrouwen, die zulks zouden begeeren en behoeven, met dezen arbeid van Dr. mayer bekend te maken. Kieschheid verbiedt ons, in dit Tijdschrift deze onderrigtingen verder te ontleden. Wij willen er alleen dit van zeggen, dat wij den inhoud grootendeels meer geschikt oordeelen, om Vroedvrouwen tot eene oppervlakkige onderrigting te strekken. Wat eigenlijke raadgevingen aan vrouwen betreft, hadden zij in eenen geheel anderen vorm kunnen gegoten worden en zouden dan meer doel getroffen hebben. Over het algemeen genomen had dit boekje onvertaald kunnen blijven; men zoude er niets bij verloren hebben. Wederhield ons de kieschheid, meer in bijzonderheden te treden aangaande de vermelde Onderrigtingen, wij worden nog meer teruggehouden dit omtrent een Verloskundig Handboek te doen. Wij willen er alleen van zeggen, dat het geschreven werd ten gevolge van eene door de regering van Pruissen gedane uitnoodiging, om een doelmatig Handboek voor Vroedvrouwen te verkrijgen. Het bekroonde werk van Dr. j.h. schmidtGa naar voetnoot(*) kwam den Vertaler te uitgebreid, te kostbaar voor. Hij heeft er echter gebruik van gemaakt. | |
[pagina 267]
| |
Zijn werk schijnt dus niet doorgaande vertaling te zijn. Wat er van zij, de stijl had beter kunnen wezen en het geheel nog meer vereenvoudigd worden. Over het algemeen kan het echter eene nuttige strekking hebben en tot handleiding voor onze Vroedvrouwen strekken, tot wier opleiding nog zoo veel vereischt wordt, om beter te zijn, dan zij thans is. |
|