Verscheidenheden. Bijdragen uit de Geschiedenis der lijfstraffelijke Regtspleging. Volksverhalen uit het Hartzgebergte en geschiedkundige Tafereelen. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1842. In gr. 8vo. 165 bl. f 1-80.
Welk eene zonderlinge speculatie! Nu, de uitgevers van de Fakkel en de uitgever van deze, uit de Fakkel nagedrukte, Verscheidenheden hebben dat, volgens het Voorberigt aan den Lezer, zamen gevonden. Al wat hier ontmoet wordt, is reeds beoordeeld, toen de Fakkel achtervolgens in het licht verscheen. Wij verwijzen dus, voor elk afzonderlijk stuk, naar hetgeen er toen over gezegd is, en zullen alleen vragen, waarom de bloemlezing (gelijk het werk behoorde te zijn) aldus geschied is. Met den herdruk van Bruin Brinkman, Harmen Alfkens, en Johanna Haneveer (het laatste verhaal door Mr. g.j. van heusden), mitsgaders met dien van Antonio Maragnon, de Trappist, door Mr. f.g.q. sprenger van eyk, en het Slot van Strijen in de 14de Eeuw, door Mr. m. verbrugge, hebben wij vrede; maar die spookhistorietjes, het Maagdebed, het Duivelsbod, de Schorzfels en de Rheberger klip, makende uit de volksverhalen uit het Hartzgebergte, hadden wel achterwege kunnen blijven. Ze waren goedgunstig in de Fakkel opgenomen, en alzoo éénmaal gedrukt; dit was wel genoeg! Om ze weder, als een onmisbaar zielenvoedsel, aan het publiek op te disschen, zijn ze waarlijk te nietig. Er was genoeg in de Fakkel voorhanden, om, in plaats dier volksverhalen, iets van meerdere waarde in eene bloemlezing uit dat Mengelwerk op te nemen; of anders had men de noten en aanteekeningen, voornamelijk achter het laatste stuk, dat van Mr. verbrugge, die nu tot bekorting zijn weggelaten, er bij kunnen voegen. Die
geschiedkundige ophelderingen verhoogden de waarde der verhandelingen; de onderdrukking er van is eene wezenlijke verminking, die voor de Schrijvers onaangenaam is. Maar de uitgever wilde slechts koopers lokken