voordeel te trekken van, of althans acht te slaan op de voortgaande ontwikkeling der wijsgeerige begrippen. Er is eene Logica van Prof. van de wijnperse. Zij was in overeenstemming met den stand der wijsgeerige wetenschappen in den tijd van 's mans bloei. Doch Prof. wijttenbach rekende het naderhand noodig, zijne Praecepta Philosophiae Logicae bekend te maken, en dat voortreffelijk werk plaatste ons reeds op een later beklommen standpunt. Maar wijttenbach was der Kantiaansche Wijsbegeerte en den haar opgevolgd hebbenden, echter steeds met haar in verband staanden stelsels, niet gunstig gezind. Geheel de plooi van 's mans denkwijs was met de latere beschouwing, in sommige opzigten, onvereenigbaar. Tegenwoordig staan zijne voorschriften van Redeneerkunde, in hun geheel genomen, in te weinig betrekking tot den staat der Philosophie. Dit gevoelde Prof. nieuwenhuis reeds jaren geleden, en van zijne toen uitgegevene Elementa Logices levert hij hier als 't ware een compendium, bevattende vragen en antwoorden ten behoeve der eerstbeginnenden in die studie, maar, naar ons inzien, ook allezins bruikbaar en nuttig voor de verder gevorderden. Het is waar, elf jaren geleden verscheen het vroegere werk, en dit vraagswijze overzigt gaat niet verder dan hegel. Maar het zijn Quaestiones Logicae, en, behoudens beter oordeel, mag men voor de Logica alsnog bij de Begrippenleer van hegel blijven stilstaan, daar al het latere te dien opzigte geene omwenteling heeft veroorzaakt, ja zich zeer wel aan de ontwikkeling der Logica door den Hoogleeraar nieuwenhuis aansluit. De jonge lieden op de Gymnasiën, benevens de Studenten op de Athenéën en Akademiën, kunnen veilig zich van de hier medegedeelde begrippen
doordringen, zonder bij den hedendaagschen stand der wetenschap ten achter te blijven.
Op de aankonding van dit compendium van Prof. nieuwenhuis laten wij volgen die van het werk eens reeds lang overledenen Hoogleeraars. Wij verheugen ons over de uitgaaf, door den Heer Mr. huguenin, van Prof. noodt's lessen over de 23 laatste boeken der Pandecten. Het is te bejammeren, dat wij over de Pandecten, in haar geheel, geene toelichting van noodt bezitten, door hemzelven voor de drukpers gereed gemaakt. Maar het werk, zoo als het is, heeft echter hooge waarde, en past in de bibliotheek van elken Regtsgeleerde; te meer, daar juist in de door noodt hier