met eene Voorrede zoo naauw niet nemen, vooral tegenwoordig niet, nu het eenigzins mode is, de ouden te berispen over hetgeen zij niet gedaan hebben, van het tegenwoordige standpunt der wetenschap gezien. Dit kon de Schrijver niet geheel nalaten, dewijl hij een onderwerp behandelt, eerst door de uitbreiding der wetenschap meer behartigd, onderzocht en dus beter bekend geworden. Hij heeft het Emphysema pulmonum vesiculare tot stof voor zijne Dissertatie gekozen, ofschoon het te Groningen reeds behandeld was, waarvan hij te laat kennis kreeg; een gevolg van ons incommunicatief Akademiestelsel. De Schrijver zal eene ziekelijke uitzetting der longblaasjes of celletjes door lucht tot een onderwerp voor zijne beschouwing nemen. Hij gewaagt van het weinige, hetwelk bij de ouden over eene ziekte gevonden wordt, welke zij eigenlijk niet regt kenden, en deelt mede, wat de nieuweren er van gezegd hebben op later verkregene ondervinding. Hij geeft laennec de eer, door hare beschrijving zijnen naam vereeuwigd te hebben. Om tot eene betere kennis van deze ziekte der longen te geraken, acht de Schrijver noodig, op het maaksel der longen terug te komen, waar reisseissen den eens verkregen welverdienden lof blijft behouden. Hij doet vervolgens onderzoek naar den aard van het gebrek in het algemeen en van de aangenomene soorten, naar indeeling, in het bijzonder. - In het tweede Hoofdstuk heeft hij nagegaan, wat er over de aanleidende oorzaken tot deze ziekte gezegd is, waarvan nog veel in het duister schuilt. - In het derde zal de Schrijver over de verschijnsels spreken, en trachten aan te wijzen, welke door de percussio en auscultatio kunnen verkregen worden, en dus tot eene meer stellige herkenning aanleiding geven. - Dit hoofdstuk is het uitvoerigste, want hier is het bespiegelend veld zeer uitgestrekt geworden. Het is in zekeren zin wel
geene bespiegeling, maar de gedane nasporingen zijn nog niet genoeg bevestigd, om niet nog tot velerlei gissingen aanleiding te geven. Wij mogen evenwel hier niet uit het oog verliezen, dat het moeijelijk is, van eene ziekte, welke toch tot de meer zeldzame