zijner uitgebreidere Geschiedenis heeft behandeld, met dezelfde verdeeling van hoofdstukken en paragrafen. Dus vindt men hier niet alleen eene beknopte opgave der staatkundige gebeurtenissen, maar ook de hoofdtrekken der volksbeschaving, regeringsvorm en levenswijze, met eene korte schets der geschiedenis van kunsten, wetenschappen en letteren vereenigd; waardoor het een geschikte leiddraad wordt, om de algemeene geschiedenis der oudheid, volgens de vereischten der echte historische wetenschap en de behoeften van onzen tijd, te beoefenen.
Wij zouden echter dit Kortbegrip nog doelmatiger ingerigt houden, indien er eene aanwijzing der voornaamste bronnen en werken in voorkwam, waarin men het hier aangestipte kon bevestigd en nader uiteengezet vinden. Dit zoude hetzelve tot een Handboek der Oude Historie maken; terwijl het nu voor een Leesboek ten gebruike van jonge lieden wat dor is en er veel in voorkomt, hetgeen zij, bij ongenoegzaamheid van geschiedkundige en andere letterkundige en wetenschappelijke kennis, niet kunnen begrijpen. Daar tevens dit werkje voor eene handleiding der onderwijzers bij de behandeling der Oude Geschiedenis kan gebruikt worden, zoo zoude de aanwijzing, die wij op het oog hebben, hun zeer te stade gekomen zijn bij de voorbereidende lezing, die hen tot de opheldering, uitbreiding en ontwikkeling van de hier aangestipte punten moet in staat stellen.
De verdienstelijke en werkzame Schrijver zoude in dit gebrek nog eenigzins kunnen voorzien, indien hij op het einde van het tweede Stuk, waarmede waarschijnlijk dit Kortbegrip voltooid zal zijn, hoofdstuksgewijs eene beknopte aanduiding der voornaamste bronnen, en der geachtste geschriften der nieuweren, over het tijdvak der Oude Geschiedenis, gaf, ten einde bij het voor het onderwijs geschikt gebruik van dit werkje te kunnen worden nageslagen. Dit, dunkt ons, zoude de waarde daarvan voorzeker verhoogen, en het dienstbaar doen zijn voor de wetenschappelijke beoefening der Geschiedenis, die in ons Vaderland wel verdient aangemoedigd te worden.
Wij wenschen Dr. riedel lust, krachten en aanmoediging toe, om zoowel zijne uitgebreide Oude Historie, als het Kortbegrip van dezelve, met die zorg te kunnen afwerken, als hij aan het reeds in het licht verschenen gedeelte besteed heeft.