Lord Byron's drinkbeker.
Lord, byron beminde den wijn en de opgewondenheid, waarin het genot van dien drank den mensch kan brengen; doch het schijnt, dat hij daarbij ook tevens van zeer zonderlinge, met zijne zeldzame geaardheid overeenstemmende drinkschalen gehouden heeft, want zijn lievelingsbokaal op zijn goed Newstead-Abbey was een kunstrijk bewerkt menschenbekkeneel, dat rijk en op eene vernuftige wijs met zilver bezet en versierd was. Men heeft den vermaarden dichter over zijne vermetelheid hierin veelvuldig gelaakt; maar het is bekend, dat byron zich aan deze afkeuring niet stoorde, ja zelfs met blijdschap elke gelegenheid waarnam, om de pilaarbijters, gelijk hij hen noemde, ergernis te geven. Niet onbelangrijk ware het te vernemen, wat er van dien beker geworden is, en misschien ook, zoo zulks mogelijk ware, aan welken sterveling deze schedel toebehoord had. Naar alle waarschijnlijkheid echter heeft byron zelf het niet geweten en er zich ook niet om bekommerd, maar is de geheele zaak alleen een inval dier honende ironie geweest, welke hem zoo eigen was, die zich zelfs in zijne dichterlijke geestvervoering mengde en hem in den grond zoo ongelukkig gemaakt heeft.