Aanmatiging en bescheidenheid.
De vermaarde eslair had te Munchen den Koning Lear voortreffelijk gespeeld en werd teruggeroepen. ‘Sinds vele jaren,’ zoo sprak hij toen tot het publiek, ‘heb ik op alle tooneelen van Duitschland algemeenen bijval van mijn streven gevonden; doch de warme deelneming, welke gij mij thans betoont, is mij het zekerste bewijs, dat de goede smaak en zin voor echte, ware kunst nog niet uit Munchen geweken is.’
De beroemde devrient, daarentegen, werd ook eens, na het spelen van Frans Moor, teruggeroepen; en wat zeide hij? ‘Tot nu toe drukte ik uit, wat ik niet gevoelde; maar thans gevoel ik, wat ik niet kan uitdrukken!’