nen, dat wij van den waarlijk geleerden Schrijver, na hetgeen hij ons in de Latijnsche taal gaf, nog hoogere gedachten als Prediker hadden gekoesterd, dan wij hier verwezenlijkt zien, wij noemen echter zijne Leerrede goed, voor zoover zij in stijl en plan onberispelijk, en geest en strekking regt nuttig en Christelijk is. Het tekstwoord wordt opgehelderd, deszelfs waarheid in de geschiedenis van mozes te aanschouwen gegeven, en eindelijk der Gemeente de vraag voorgelegd, of die getuigenis ook van ons kan gelden. Om het goede oogmerk prijzen wij derhalve de lezing en verspreiding dezer stichtelijke Leerrede aan. De Schrijver weet zeker te wèl, wat er tot het hoogste ideaal van een' Kanselredenaar behoort, om zich door de uitgave dezer preek een' hoogen roem als zoodanig te beloven. Hij zij der Gemeente tot nut, der wetenschap ten steun.