De Jood in zijn Vaderland, of Tafereelen uit Ezra en Nehemia, door G.C. van Balen Blanken, Predikant te Wognum. Iste Deel. Te Hoorn, bij Gebr. Vermande. 1841. In gr. 8vo. X en 323 bl. f 3 - :
Dit werk is, volgens den Schrijver, een vervolg op het voorgaande, getiteld de Jood onder de Heidenen, en door ons in No. V dezes jaars aangekondigd; en gelijk dit eerste Deel zijne Tafereelen uit het geschrift, dat naar ezra zijnen naam heeft, ontleent, zoo zal het tweede of laatste die uit het Gedenkschrift van nehemia nemen. - Naar stof en vorm zijn ook deze stukken aan de vorige gelijk, zoo als het eene ei aan het andere; en Rec. heeft dus bij het t.a.p. gezegde niets te voegen, maar wil hetzelve geheel en al ook op deze stukken toegepast hebben: alleen zal hij kortelijk den inhoud opgeven.
Na eene inleiding, waarin over het aangename en belangrijke der bedoelde geschiedenissen gehandeld, en een kort overzigt over den staat van het Perzische Rijk, waaronder de Joden destijds stonden, gegeven wordt, vinden wij hier de gebeurtenissen, in het Boek ezra geboekt, onder de volgende rubrieken gebragt, en op de boven aangeduide wijze behandeld: De dag der verlossing. - De reis naar het Vaderland. - De eerste feestviering op den welbeminden grond. - De Samaritanen. - De hervatte moed. - De gewenschte tijding. - Het Inwijdings- en het Paaschfeest. - Ezra's aanstaand vertrek naar Jeruzalem. - Nog eenige bijzonderheden