Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1842
(1842)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 253]
| |
Val-de-Grâce te Parijs; vrij vertaald door P.F. van Dura, Heelmeester te Dordrecht. Aldaar, bij H. Pennock. 1841. In gr. 8vo. 46 bl. f 1-20.De peesdoorsnijding trekt thans de aandacht der Heelkundigen in hooge mate tot zich. Er zijn bijna geene wanstaltigheden, afhankelijk van eene veranderde of gewijzigde rigting van pees of spier, tegen welke de pees- of spierdoorklieving niet wordt beproefd; en zulks niet omtrent enkele pezen en bij opvolging, wanneer meerdere lijden, maar dikwijls van verscheidene en gelijktijdig. Guerin heeft ons medegedeeld, dat hij bij een jong mensch tweeënveertig spieren, pezen en banden doorgesneden heeft! (Neue Notizen von froriep, 1840, No. 322.) De uitslag dezer kunstbewerking scheen gunstig, ofschoon de geheele uitkomst niet vermeld werd; iets, hetwelk tegenwoordig meer gebeurt, bij de groote haast, die men maakt, om gedane waarnemingen mede te deelen en de eer der eerste vinding of in praktijk brenging niet te verbeuren. De tijden zijn veel veranderd sedert harvey! Tot het verrigten der gezegde doorsneden werd een uur vereischt, en moesten er achtentwintig wonden gemaakt worden! De toepassing dezer kunstbewerking op het scheelzien in het bijzonder is als 't ware een onderwerp van den dag geworden. Niet alleen de wetenschappelijke tijdschriften vermelden het getal der hier en daar, van tijd tot tijd, met gunstig en ook ongunstig gevolg verrigte kunstbewerkingen; men vindt ook in de Couranten Advertentiën van met goed gevolg te werk gestelde operatiën bij scheelzienden, de strekking hebbende, om hem, die hen van dezen misstand en somwijlen nog daarenboven kosteloos bevrijd heeft, te bedanken, en den persoon zoo wel, als de kunstbewerking zelve, anderen aan te bevelen. Dergelijke Advertentiën hebben zelfs bij ons reeds aanleiding gegeven tot wederlegging van den dadelijk aangekondigden goeden uitslag, of tot hatelijken pennestrijd. Men zoude, oppervlakkig | |
[pagina 254]
| |
beschouwd, zich verbeelden, dat de tijd gekomen ware, in welken niemand meer behoeft wanstaltig te blijven, indien zijne leden slechts niet te zeer vergroeid zijn; - de tijd, waarin men slechts door eigen verzuim blijft scheelzien en uit enkele grilligheid blijft stamelen en stotteren! Het is slechts te hopen, dat, met de nieuwigheden van den dag, dit anders belangrijk onderwerp niet al te zeer zal opgevijzeld worden, om later onverdiend te dalen of wederom geheel der vergetelheid overgegeven te worden. Groot gevaar loopt dit echter, wanneer zulk eene geneeswijze of kunstbewerking door iedereen, met of zonder behoorlijke kennis, zonder de noodige ondervinding, of de vereischte gave der onderscheiding, sans rime et sans raison, op elk voorkomend gebrek aanstonds wordt toegepast. Wij wenschen, dat uit de menigte der waarnemingen, op welke bijna geen oog meer te houden is, de nuttigheid dezer kunstbewerking in sommige gevallen overtuigend blijken en zij daardoor gevestigd in praktijk blijven zal. Mogen zij, die meenen maar alles dadelijk te kunnen ondernemen, overtuigd worden van een gezegde van rust: Nicht alles will curirt seyn! Hetzelfde geldt ook van het opereren. En hetgeen de meester door ondervinding durft ondernemen, gelukt niet altijd den leerling, die bij gebrek aan ondervinding des te roekeloozer is, maar niet zelden in het lot van faëton deelt. Wie eighenwijs den raet van veelen wil verkloecken,
Moet op zijn zelfsgevaer gevoelen hoe 't beslaet.
Men kan thans zelden een heelkundig tijdschrift, zoowel der buiten- als inlandsche, openslaan, of men ontmoet er de eene of andere mededeeling omtrent deze kunstbewerking. Er bestaat dus geen twijfel meer, of het scheelzien kan genezen worden. Het aanzienlijk getal van gelukkige uitkomsten heeft zulk eene uitspraak reeds bevestigd. In het Nederlandsch Lancet kan men van tijd tot tijd de optelling ook der in ons land verrigte kunstbewerkingen lezen. Het is eene andere vraag: slaagt men steeds in de genezing van het scheelzien naar wensch? Geen | |
[pagina 255]
| |
verstandig Geneeskundige zal deze vraag onvoorwaardelijk beantwoorden. Intusschen heeft men er over gesproken, alsof deze kunstbewerking bijna zonder uitsluiting moest gelukken. Ongelukkig die van zulke gevoelens zijn en daardoor anderen in dezen waan brengen! De teleurstelling, daaruit voortvloeiende, werkt daarenboven nadeelig terug op kunst en kunstoefenaren. Dat deze aanmerking niet overbodig is, bevestigen wij liefst door uit een geacht geneeskundig tijdschriftGa naar voetnoot(*) het navolgende over te nemen: ‘De beroemde Berlijnsche Hoogleeraar dieffenbach,’ zoo schrijft men uit Weenen, ‘heeft ons gedurende de afgeloopene vacantie met zijne tegenwoordigheid vereerd. Terwijl hij eenige weken te Weenen vertoefde, heeft hij, onder meer andere kunstbewerkingen, ook eenige Myotomiën verrigt, om het scheelzien te verhelpen. Hoewel sommigen van onze Artsen zich niet konden vereenigen met de wijze, op welke de Heer dieffenbach alhier werkzaam was, omdat zij de Heelkunst hooger schatten dan een der gewone takken van Industrie, en dieffenbach in zeker opzigt herinnerde aan de rondreizende Oog-, Breuk- en Tandmeesters, lijdt het evenwel geen twijfel, dat zijne wijze van opereren omtrent sommige soorten van scheelzien eene belangrijke aanwinst voor de kunst mag genoemd worden. Met leedwezen hebben wij echter opgemerkt, dat de Heer dieffenbach het scheelzien, strabismus, slechts uit een werktuigelijk oogpunt beschouwt en het dynamische van dit gebrek nagenoeg niet in aanmerking neemt. Hij schijnt aan de oorzaken, wijzigingen en zamenstellingen van dit gebrek weinig aandacht te schenken, waardoor zij, die slechts aan het oppervlakkige blijven hangen, in het dwaalbegrip versterkt worden, dat in de doorsnijding der spier het onfeilbare middel ter genezing gevonden is. Wij hopen, dat deze met zoo veel onderscheiding ontvangen Heelkundige dit onderwerp ook uit een wetenschappelijk oogpunt behandelen zal. Door zijne | |
[pagina 256]
| |
ruime ondervinding is hij in de gelegenheid, ons eenige ophelderingen te geven omtrent de Nosologie en Therapie van het scheelzien, dat zulks wel behoeft. Hij wijze ons dan ook aan, wanneer de Myotomie met goed gevolg kan ondernomen worden, en wanneer zij doelloos zou wezen, en zelfs in sommige gevallen nadeelig voor het gezigt kan worden. Op deze wijze zal hij als menschenvriend de waardigheid der Hoogeschool, tot welke hij behoort, ophouden, en de nadeelige gevolgen trachten te voorkomen, die steeds uit de eenzijdige wijze van zien van een ondernemend man voortvloeijen. Want er waren en er blijven steeds kunstgenooten, die het nieuwe met bewondering aanstaren en blindelings navolgen, maar die wegen noch beoordeelen, en dien ten gevolge, in stede van nut te doen, nadeel berokkenen.’ Dusverre het in voornoemde Jaarboeken medegedeelde. Aan deze bondige redenering sluit zich ook zeer juist aan die van Dr. florent cunur, in een pas uitgekomen werk:Ga naar voetnoot(*) Le seul strabisme qui puisse être opéré est celui qui est permanent et qui reconnait pour cause l'excès d'action ou le manque de longueur du muscle dans la direction duquel existe la déviation. Genoeg voor den genen, die de zaak uit een juist oogpunt wil beschouwen. De vertaling van deze zoogenoemde Clinische Les van den Heer sedillot, waarvan ook eene Hoogduitsche vertaling in de Neue Notizen aus dem Gebiete der Natur- und Heilkunde gevonden wordt, heeft den Heer van dura in de gelegenheid gesteld, om zijne waarnemingen er bij te voegen. Zij schijnen alle met eene gunstige uitkomst bekroond te zijn geworden. Of de door hem dus genoemde ooglidvoerder ook aan anderen zal voldoen, moet nader blijken. Het werktuig schijnt niet van omslagtigheid vrij te pleiten. Uit de bijgevoegde plaat zal hij, die geene ontleedkunde beoefend heeft, zich bezwaarlijk een behoor- | |
[pagina 257]
| |
lijk denkbeeld van de plaatsing der oogspieren kunnen vormen. - Wat de typographische uitvoering betreft, voor eene bijzondere gelegenheid moge iets dergelijks aardig wezen, voor algemeen gebruik komt het ons niet verkieslijk voor. |
|