Volken en der enkele menschen, veranderd is, een zeer aanmerkelijk verschil maakt, en billijk doet vragen, of dit werkje dan ook nu nog van zoo veel belang is, dat het verdient in onze taal het licht te zien. Men vraagt dit te meer, wanneer men, hetzelve doorloopende, ziet, dat het eene sterke democratische kleur draagt, en zich hier en daar aan dezelfde overdrijvingen en hersenschimmige denkbeelden toegeeft, die velen in de dagen van zoogenaamde vrijheid, gelijkheid en broederschap behaagden, (de twee eerste woorden vindt men hier ook nog wel eens vereenigd; het laatste, volgens eene latere editie van dit schoonklinkend opschrift, weggelaten!) maar waarvan volgende ondervinding heeft doen zien, dat men de schaduw voor het ligchaam, woorden voor zaken nam. - Recensent wil hiermede niet zeggen, dat en seume en zijn Commentator posthumus hier en daar geen dingen geschreven hebben, die ook nu nog waar en goed en bruikbaar zijn; maar of het zaak ware, dit werkje, in eenen tijd, als de tegenwoordige is, waarin velen tot allerlei repristinatiën geneigd zijn, te vertalen, te commentariëren en uit te geven, hieraan meent Rec. zeer te moeten twijfelen. - Daarenboven is de wijze van zien, vooral van den oorspronkelijken Schrijver, dikwerf eenzijdig, somber, alles, vooral wanneer het de Grooten der aarde raakt, van de ergste zijde beschouwende; en de wijze van voorstelling heeft niet zelden iets bitters en scherps, dat den Lezer voor den Auteur geenszins inneemt.
De Heer posthumus, Predikant te Waaxens in Friesland, (wien Rec. voor het overige de eer niet heeft te kennen) heeft intusschen goedgevonden, dit werkje met zijne aanteekeningen in het licht te doen verschijnen, gelijk hij, een jaar te voren, de Gedachten van pascal in onze taal met aanmerkingen uitgegeven heeft. Deze zucht nu, om ouden Franschen of Hoogduitschen kost in een' nieuwen Nederlandschen schotel, met veel of weinig peterselie om den rand, op te disschen, wil Rec. niet onbepaald laken: zij kan zelfs in sommige gevallen groote nuttigheid hebben, wanneer het oude iets van blijvende waarde, en ten onregte of bij toeval in vergetelheid geraakt is. 's Mans uitgave van pascal's Gedachten is dan ook in dit Tijdschrift voor 1841, No. V, bl. 200-203, met lof aangekondigd; doch daar was hij ook, meent Rec., meer op zijn eigen grondgebied, en sprak over hetgene, waarin hij thuis was; maar of dit hier wel zoo