Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1842
(1842)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe kracht der Christelijke Godsdienst, in Karakterschetsen uit de Nederlandsche Geschiedenis, bewerkt voor de Jeugd.Ga naar voetnoot(*) II Deeltjes. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1840. In kl. 8vo. VIII, 151 en 155 bl. f 2-80.Dit werkje is een uittreksel uit een grooter werk, dat aan de pen van eene ongenoemde Schrijfster te danken, mede in twee Deelen bij denzelfden Uitgever vóór eenige jaren uitgekomen, en in ons Tijdschrift voor 1836, No. VII, bl. 316, 7, door een' ander' Referent loffelijk aangekondigd is, waarmede men vergelijke een aldaar aangehaald | |
[pagina 159]
| |
oordeel van wijlen a. stolker over het eerste Deel deszelven, met hetwelk steller dezes zich zeer wel vereenigen kan, als hoofdzakelijk hierop nederkomende, dat dit werkje over 't geheel zeer wel aan titel en oogmerk beantwoordt, maar dat er nogtans sommige deugdzame karaktertrekken in zijn, van welke het niet duidelijk blijkt, dat het juist de Christelijke Godsdienst geweest is, die de voorgestelde personen in de gegevene gevallen alzoo heeft doen handelen. Naar Christelijke liefde mogen wij dit van Christenen wel denken; maar uit de daden, die de Geschiedenis van dezelve met reden als loffelijk geboekt heeft, is dit niet altijd even zigtbaar. Vooral is deze aanmerking toepasselijk op jacob simonsz. de rijk, lodewijk van nassau, magdalena moons, kenau simons hasselaar, welke wel te regt onder de rubriek Vaderlandsliefde gesteld zijn, waar bij welke ook deze gezindheid eigenlijk meer, dan de kracht van de Christelijke Godsdienst, op den voorgrond staat. Zoo is het ook in de voorbeelden van Huwelijksmin, die hier aangevoerd worden, meer deze edele neiging, die uitkomt, dan wel de kracht van de Christelijke Godsdienst. Over 't geheel echter zijn de voorbeelden zeer doelmatig gekozen, en de wijze van behandeling is hartelijk en voor het oogmerk geschikt. Voor het overige is het prijselijk, dat de zamensteller van dit werkje de dorre wijze van uittrekken en verkorten niet letterlijk gevolgd is, maar liever de deugdzame karaktertrekken onder de volgende hoofdrubrieken gebragt, en de daartoe het naast behoorende personen daaronder gerangschikt heeft, namelijk: Standvastigheid in de belijdenis der waarheid. IJver voor de waarheid en Christelijke verdraagzaamheid. Strijd voor godsdienstige en burgerlijke vrijheid. Vaderlandsliefde. Ware heldenmoed. Sterkte van ziel. Godvrucht bij voorname Geleerden. Kloekmoedigheid in gevaren. Onderwerping aan den wil der Voorzienigheid. (Het eenige voorbeeld is hierbij hugo de groot; maar zou dit niet liever moeten heeten: Welberaden handelen en moedig wagen, in vertrouwen op de Voorzienigheid?) Werkzaam vertrou- | |
[pagina 160]
| |
wen op God. Kracht der Godsdienst bij moeijelijke pligtsvervulling. Huwelijksmin. Trouw in eene Dienstbode. Christelijke Vijandsliefde. - Hoe de Schrijver hierin verder, met opzigt tot voordragt en stijl, te werk gegaan zij, kan Referent, die het vroegere werk niet bij de hand heeft, niet zeggen; maar loffelijk is het, wat in de Voorrede berigt wordt, dat hij, wat voor de jeugd minder voegzaam was, weggelaten, en daarentegen hier en daar iets bijgevoegd heeft, dat tot het bijzondere doel van dit werkje bevorderlijk zijn kon. Ook de stijl is hiervoor over 't geheel zeer gepast te noemen, en de druk is eenvoudig net, zoodat er meer dan ééne reden bestaat, om dit werkje tot aankweeking van godsdienstig-vaderlandschen zin in jeugdige harten aan te prijzen. |
|