Een Duitsch paradijs.
Een Duitsche Ambtman van Ifflandschen stempel, die zijne boeren geweldig knevelde, liet zich eens in derzelver bijzijn ontvallen: ‘Ik wil het goed, waarover ik Ambtman ben, door mijn beheer, in een waar Paradijs herscheppen.’ Een van hen zeî daarop tot zijn' buurman: ‘Als hij zoo voortgaat, kon het nog wel gebeuren, dat wij, als Adam en Eva in het Paradijs, naakt daarin moesten rondloopen!’