Onverwachte gasten.
Onverwacht werd iemand door gasten verrast. ‘Daar gijlieden,’ zeide hij tot hen, ‘goedgevonden hebt, mij van uwe komst niet vooruit te verwittigen, zoo zult gij heden met mij eten. Een andermaal, wanneer gij mij van uwen goeden wil tijdig kennis geeft, eet ik met u.’