Naïve erkentenis.
Niet lang geleden zond een handwerksbaas in Amerika zijnen leerknaap naar een' zijner kalanten, om het bedrag eener rekening te innen. Aanvankelijk was de knaap zeer beleefd; doch toen het scheen, dat men hem het geld niet op staanden voet wilde geven, werd hij gedurig dringender, tot dat de zoo driftig gemaande hem eindelijk toevoegde: ‘Nu, nu, zulk eene vliegende haast zal het toch wel niet hebben; of denkt uw baas, dat ik bankroet wil gaan?’ - ‘Dat niet,’ antwoordde de jongen; ‘maar de baas wil bankroet gaan, en daartoe heeft hij het geld noodig.’