Het bastaarddier.
Een Engelsch reiziger verhaalt een origineel kermisbedrog, hem in eene kleine stad van Frankrijk voorgekomen. Op een openbaar plein was eene tent of loods opgeslagen, met een opschrift, hetgeen in geweldig groote letters zeide: ‘Hier is te zien de bastaard van eene wilde eend en van een' haas, een zeldzaam en wonderlijk natuurgedrogt.’ Het uithangbord lokt drommen van nieuwsgierigen. Men wacht tot dat er een talrijk aantal derzelven bijeen is, en nu opent zich de toegang tot het beloofde wonderschepsel. Op de kijkplaats echter verschijnt, met edelen Franschen zwier, de ondernemer, vraagt, onder herhaalde buigingen, wel duizendmaal om verschooning, alzoo de Policie op het oogenblik de zeldzaamheid, welke hij vertoonde, in beslag genomen en aan de Akademie der Heeren Natuuronderzoekers had uitgeleverd. Ondertusschen - en met deze woorden stootte hij de deur van eene kooi open - kan men hier de beide ouders van het zeldzame natuurwonder beschouwen. Het publiek, onder hetwelk zich ook onze Engelschman bevond, bezag, eenigzins verbluft, eene wilde eend en eenen tammen haas, zoo als men dezelve dikwijls genoeg voor niet te zien krijgt, en ruimde hierop de tent, om voor andere nieuwsgierigen plaats te maken.