Een Duitsche knapuil.
In zeker Hoogduitsch dagblad lezen wij als volgt: ‘De Orgelist te Haarlem vorderde van vreemdelingen niet minder dan 140 gulden, zoo hij voor hen op het reuzenörgel zou spelen. De goede man grondde zijne regtvaardiging van dien enormen prijs daarop, dat hij na volbragten arbeid telkenmale zoo zeer was uitgeput, dat hij wel drie of vier dagen het bed moest houden.’