Reisavonturen van een Iersch Baronnet. Een Verhaal uit de vorige Eeuw; door C. Spindler. Naar het Hoogduitsch. Te Amsterdam, bij J.C. van Kosteren. 1840. In gr. 8vo. 184 bl. f 1-80.
De eene onwaarschijnlijkheid verdringt in dit Romannetje de andere. Niet zoozeer wat het karakter van den reizenden Baronnet aangaat; want rijke zonderlingen zonder verstand, het vaste land afreizende met eenen Gouverneur, die, op het zachtst, te inschikkelijk is voor de buitensporigheden des kweekelings, die het er op toelegt, veel geld te verkwisten, allerlei baldadigheden te plegen, vrouwen te verleiden, en dergelijken - zulke Britten zijn zoo bijzonder zeldzaam niet. Maar de Proteus kildar-buchscheid-vatout met zijn driedubbel huwelijk, en de eindelijke afloop der geschiedenis, en de Rijksgraaf - onwaarschijnlijkheden bovenal. Het boeksken is echter met eene bijzondere levendigheid geschreven, en in het dialogiséren, men noeme wien men wil, maar naar Rec. 's meening wordt spindler hierin zelfs door den eenigen Sir walter naauwelijks overtroffen. De vertaling is goed; maar Niederlage moet niet door nederlage vertaald worden; bladz. 144 moest het magazijn of verzamelplaats, bladz. 173 verblijfplaats, en bladz. 174 stapelplaats overgezet zijn.
Tot onderwerp van het titelvignet ware wel iets beters te vinden geweest, dan eene vrouw, die voor het raam zit te lezen. Bijna voor elken Roman zou dit passen. Rowland (want dezen naam heeft de hoofdpersoon gemeen met den held der Macassar-olie) gaat ook wat heel ver voorbij het venster.
Behoudens verscheidene gebreken, achten wij dezen Baronnet verreweg de beste van spindler's kleinere Romans te zijn. Wij doelen hiermede vooral op den stijl; want, wat den inhoud aangaat, een eigenlijk doel, hooger dan dat van een oogenblik te amuseren, kunnen wij in het verhaal van afzetterijen en schurken-streken niet vinden.