De Erfdochter van Brugge. Een Verhaal uit de Nederlandsche Geschiedenis, door T.C. Grattan. Uit het Engelsch. In III Deelen. Te Deventer, bij A. ter Gunne. 1840. In gr. 8vo. 882 bl. f 8-70.
‘Eens dat wij van romans spraken en ik mij ergerde over het onwaarschijnlijke der meeste voorvallen, die ons in dat slach van werken worden opgedischt: ou trouvera-t-ou le romanesque, si ce n'est dans les romans? vroeg hij lagchende.’ Deze woorden van jufvrouw stauffacher in den brief, die de Lotgevallen van ferdinand huyck voorafgaat, zouden tot motto van menigen roman kunnen genomen, en als eene verontschuldiging worden gebezigd voor dat onwaarschijnlijke, wat ook nu ons dikwijls wordt opgedrongen. Rec. zou het ook een uitmuntend motto hebben gevonden voor het boek, dat hij hier moet aankondigen. Doch zijne lezers behoeven niet te meenen, dat deze aanhef het begin zal zijn van eene strenge veroordeeling van de Erfdochter van Brugge. Rec. heeft het boek met veel te groot genoegen gelezen, en het heeft hem te zeer bezig gehouden, dan dat hij den banvloek zou willen uitspreken, omdat hij van tijd tot tijd, ja dikwijls moest zeggen: ‘Nu, dat moge gaan in een' roman, maar in de werkelijke wereld!’ De held der geschiedenis heeft zulk eene bezige en verscheidene rol, dat de lezer, als hij de ontknooping gelezen of vermoed heeft, geneigd is, om ongeloovig het hoofd te schudden, en hier en daar te vragen, of zijn alibi niet al te goed te bewijzen ware, en dat wel op duchtiger gronden, dan waarmede Mr. samuel weller den Heer pickwick uit den nood zou hebben willen helpen. Doch met al dat onwaarschijnlijke kan deze roman niet nalaten te boeijen; er is eene groote levendigheid in de voorstelling en de opeenvolging der gevallen, en de nieuwsgierigheid wordt gedurig gaande gehouden. Alleen het slot is wat lang. Nadat eenmaal het kasteel van de dassénveld is ingenomen, had de afloop spoediger moeten plaats hebben. De lezer heeft dan den zamenhang geraden, en
het volgende, schoon daarin ook de slag bij Nieuwpoort voorkomt, had moeten worden bekort, of liever veranderd. Het is eene noodelooze opeenstapeling van nieuwe avonturen, die meer vermoeit dan vermaakt. Intusschen deze aanmerkingen nemen niet weg, dat het boek goed geschreven is. Rec. verwachtte dit ook. Grattan is bij ons door zijne Groote wegen en binnenwegen gunstig genoeg bekend, om aan een werk, dat zijnen naam draagt, bij voorraad eene goede ontvangst te verzekeren. Wij bevelen dan ook deze Erfdochter aan leesgezelschappen gaarne aan; de meeste lezers zullen met genoegen kennis met haar maken.
De vertaling is vrij goed uitgevallen, maar het vignet alleronbevalligst en stijf. De oude klagt, helaas!