Vader Martin, of de Dalbewoners van Tyrol. Een zedekundig Verhaal voor de Jeugd; uit den Riddertijd. Vrij gevolgd naar het Hoogduitsch, volgens den achtsten druk. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1839. In kl. 8vo. 74 bl. f :-30.
Ofschoon dit boekje in het oorspronkelijke reeds de achtste uitgave beleefd heeft, kan het, naar ons oordeel, niet halen bij de meeste van onze goede oorspronkelijke werken voor de jeugd. De vertaling had dus zonder schade achterwege kunnen blijven. De karakters der hier voorkomende personen worden niet wel volgehouden; het verhaal is vol van onwaarschijnlijkheden, en de, soms vrij wijdloopige, zedelessen worden er zoo gezocht in geplaatst, dat het daardoor een kakelbont voorkomen heeft. De Schrijver moge in vele opzigten een verdienstelijk man zijn, voornamelijk beroemd door de uitvinding, om uit den geringsten ijzererts het beste Engelsche staal voort te brengen, gelijk in de voorrede van hem gemeld wordt, daarom is het nog niet uitgemaakt, dat hij het talent bezit, om als Schrijver voor de jeugd op te treden; en dit boekje strekt daarvoor ook niet ten bewijze. Meerder geluk, dan in het schrijven, wenschen wij hem toe te Sheffield in Engeland, waar hij thans leeft, in zijne poging, om aldaar zijne bovengenoemde uitvinding voor de maatschappij dienstbaar te maken.