Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840
(1840)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 432]
| |
De Hoogleeraar muller gaat voort met de bezorging van dit Jaarboekje. Het behelst, behalve de naamlijst der Gemeenten en Predikanten en het berigt der voorgevallene veranderingen, verschillende belangrijke bijdragen. De Aanteekeningen van eene rondreize in alle de Gemeenten der oude Vlamingen, medegedeeld door Ds. cramer, ofschoon niet in alle bijzonderheden merkwaardig, is toch niet onbelangrijk, als bijdrage tot de kennis van de inrigtingen en gebruiken dezer oude Doopsgezinden. Belangrijker evenwel is het stuk, medegedeeld door Ds. l. weydmann, over de Doopsgezinden in den Palts. Maar vooral de beide stukken van den Uitgever verdienen eene opmerkzame lezing. In het eerste wordt, naar aanleiding van de Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland door s. blaupot ten cate,Ga naar voetnoot(*) het belangrijke en moeijelijke van het schrijven eener Geschiedenis der Nederlandsche Doopsgezinden aangetoond. Dit stuk behelst vele ware en schoone opmerkingen, en toont, hoezeer de Hoogleeraar zelf kent en gevoelt, wat er tot zulk een werk vereischt wordt, Van zijne hand mogen wij dus, ook naar het slot van deze Verhandeling, in dit opzigt met den tijd iets goeds verwachten. Ook het laatste stukje in dit bundeltje verdient opmerking. Daarin wordt met een voorbeeld getoond, hoezeer sommige gedichten van vondel uit diens vroegere betrekking tot de Doopsgezinden moeten worden verklaard, en uit de geschiedenis hunner gevoelens en twisten licht ontvangen. Wij wenschen dit Jaarboekje, dat door de wijze van zamenstelling wezenlijke letterkundige waarde heeft gekregen, een ruim debiet toe, en hopen, dat de Hoogleeraar muller nog lange de uitgave moge bezorgen, en het met gelijksoortige belangrijke bijdragen verrijken. |
|