memoriam viri cl. j. ten brink. Het stukje Romantische poezij is eene regt geestige bespotting van het ultra in dezelve, bij velen gelieskoosd, die zich het toongeven op onzen zangberg schijnen aan te matigen. Blijkens de Geschiedenis der Hoogeschool, schijnt eenige verwijdering tusschen de Studenten onderling te bestaan. Wij betreuren dat, waar het ook plaats hebbe; en Rec., die het studentenleven bij ondervinding kent, stelde altijd op eenheid en esprit de corps, om vele redenen, hoogen prijs. Vrijheid, in proza, een oud thema, op eene voor de plaats regt geschikte wijze aardig behandeld. Sommige verzen kwamen ons, voor eenen Studentenalmanak, wat al te deftig en ernstig voor.
Het Departement Leens der Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen geeft ook nu eenen voor het doel, dat het zich voorstelt, geschikten Almanak. Dertien jaargangen toonen, dat men dien bij voortduring blijft begeeren. De weerkundige opmerkingen van een oud zeeman, naar den stand der maan, schrijven wij ter toetsing af:
‘Wanneer het 's morgens of 's namiddags te 3 uur V. of N. maan is, heeft men eenen Oostelijken wind te wachten; te 6 uur, eenen Zuidelijken; te 9 uur, eenen Westelijken; te 12 uur, eenen Noordelijken.’
De Almanak voor den Burger en Landman is eene eerste proeve. Wij hoopten eenen in den smaak van dien te bekomen, welke door wijlen Prof. uilkens plagt uitgegeven te worden. Hierin vonden wij ons evenwel bedrogen. Vele anecdoten, waaronder niet weinige oude bekenden, een paar zedelijke verhaaltjes en eenige niet geheel verwerpelijke versjes maken echter den Almanak voor zijn publiek niet ongeschikt, vooral omdat er nog al verscheidenheid in heerscht. De landhuishoudkundige voorschriften bepalen zich slechts tot een zevental.
Vader hazelhoff komt ten XXVIIIsten male met zijnen Almanak, en vinde ook nu in het debiet eene eerlijke winst, zonder daarin onderkropen te worden!
Van het eigenlijke kalenderwerk hebben wij nog niets gezegd, om in geene herhalingen te komen. Voor zon en maan verdienen No. 2, 5, 6, 9 bijzondere aanprijzing. No. 2 ook voor de watergetijden, gelijk dezelve ook opgaaf heeft van geographische lengte en breedte der voornaamste plaatsen in de Provincie. Van kermissen enz. zijn No. 2, 3, 4, 5, 10 en 11 voorzien. Reiswijzers bezitten alle, behalve No. 1 en 6; en ze zijn alle provinciaal. Geschiedkundige herinneringen staan in No. 4, 6, 7, 9. Statistiek in No. 2, 3, 4 en 7. Ten aanzien der uitvoering zijn No. 2, 4, 5, 7, 8 beter dan de overige.
No. I. van 1840. Boekbesch. bl. 45. r. 17. staat elk versje, lees een versje.