De groote heilig.
Iemand was ten hoogste verwonderd, dat zeker Practizijn, die algemeen voor een zeer vroom en gemoedelijk man gehouden werd, eene schreeuwend hooge declaratie inleverde. ‘Ik dacht,’ zeide hij, ‘dat die man zulk een groot Heilig was?’ - ‘Dat kan ook wel zijn,’ ontving hij ten antwoord; ‘de grootste Heiligen moeten ook het grootste waslicht hebben.’