Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839(1839)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het oordeel der menschen. Een Rus kwam uit het veld weerom, En stofte op zijne heldenstukken; Hoe, in één' slag, zijn wakker heir Tienduizend man voor 't zwaard deed bukken; Hoe hij-alleen een heel dozijn, Als hoenders, in de pan mogt hakken; En hoe, toen leeftogt hem ontbrak, Hem een stuk menschenvleesch, gebakken, Als 't keurigst wildbraad had gesmaakt. ‘Foei!’ riep men, ‘wat barbaarsche zeden! Een menschenëter!’.... Ei, hoe dwaas! Sprak onze held, (mij dunkt met reden): Eet slechts één' man - gij heet barbaar; Slagt duizenden - men sticht u een altaar! Vorige Volgende