De lijder, dien de dokter verlaat.
Ten tijde toen alle gilden en beroepen te Parijs in verscheidene kerken dankgebeden voor het herstel des Konings (lodewijk XIV) deden houden, zel benserade, in zijne door hem bij de Akademie uitgesprokene lofrede op dien Vorst: ‘De koopman verlaat zijn kantoor, om zich smeekende voor de altaren neder te werpen; de ambachtsman zijne werkplaats, de arts het ziekbed en de zieke voelt zich beter.’