De bierbrouwerijen te Londen.
Niets treft eenen vreemdeling te Londen zoo zeer en wekt bij hem zoo veel verbazing, als de ontzettend groote brouwerijen met derzelver onmetelijke ketels en vaten. Op dit gezigt dringt zich bij hem steeds de vraag op, wie toch al dat bier drinkt, daar men bezwaarlijk gelooven kan, dat eenig hoe groot aantal van menschelijke kelen, zoo dorstig zij ook wezen mogen, in staat kan zijn, deze oceanen van bier even snel te verzwelgen als zij hier voortgebragt worden. Elf der grootste Londensche brouwerijen verbruiken jaarlijks vijfmaalhonderdduizend quarters mout, en menige brouwerij geeft jaarlijks voor mout en hop meer dan vijf millioenen guldens uit. Veel gelds kosten ook de voorraadvaten, die meer naar huizen dan naar vaten gelijken. In whitbread's brouwerij zijn dertig zoodanige vaten aanwezig, die tusschen de twintig en dertig voet hoog zijn en eenen naar evenredigheid grooten diameter hebben. Zij zijn met sterke ijzeren hoepels digt omslagen; want kwam een zoodanig vat aan stukken te springen, zoo zouden de gevolgen niet zonder gevaar zijn. Vóór eenige jaren is dit gebeurd, en de daardoor te weeg gebragte schade was vrij aanmerkelijk, om nu niet eens er van te spreken, dat het naar buiten stroomende bier in een naburig huis een gezin letterlijk de deur uit spoelde. De grootste brouwerij is die van barclay perkins en comp., welke jaarlijks tusschen de drie- en viermaalhonderdduizend tonnen bier levert. Geene der aanmerkelijke brouwerijen van Londen levert er minder dan honderdduizend. Deze inrigtingen stellen zich met tappers en herbergiers in verband, aan welke zij het vereischte geld, om zich neder te zetten, voorschieten, en die nu het bier, dat zij noodig hebben, van den geldschieter moeten nemen. Zij hangen diens schild boven de deuren van zulke bierhuizen; en in welk eene uitgestrektheid dit stelsel gedreven wordt, moge de lezer
daaruit afleiden, dat eene eenige brouwerij te Londen, alleen voor zulke brouwersschilden, bij de tweemaalhonderdduizend guldens uitgegeven heeft. Wel is waar zijn ook deze schilden meestal zoo breed, dat zij van het eene eind van het huis tot het andere reiken; heeft een huis twee fronten aan de straat, zoo zijn beide met zoodanige schilden versierd, van welke geen onder de honderd à tweehonderd guldens te krij-