Victor, of de Gevolgen van Godsdiensthaat en Familietrots. Een romantisch Tafereel uit de zeventiende Eeuw. Door A.R. Sloos. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1839. In gr. 8vo. 228 Bl. f 2-40.
De Schrijver van dezen Roman ergert zich over de thans bestaande vertalingswoede, en over de vernedering, die voor de Natie daarin ligt opgesloten. Hij is overtuigd van zijne eigene geringheid. Hij durft het niet wagen, zich in de schaduw te stellen van de groote Romanschrijvers, die het buitenland oplevert. Hij is overtuigd, dat zijn verhaal zeer veel te wenschen overlaat. Reeds bij voorraad vraagt hij het lezend publiek verschooning voor de feilen, die het in zijn werk zal opmerken. Indien alle deze betuigingen, die wij reeds in het Voorberigt vinden, opregt gemeend zijn, dan moeten wij ons waarlijk verwonderen over de uitgave van dit werk. De reden, die de Schrijver zelf voor de uitgave van dit werk aanvoert, is te zonderling, dan dat wij onze lezers daarmede niet zouden bekend maken. ‘De uitgave toch van dit verhaal geschiedt, ten einde,’ zegt de Schrijver, ‘meer kundige mannen dan ik, en beter versnedene pennen dan de mijne, aan te sporen, het buitenland te overtuigen, dat ook de Nederlander, even zoo goed als zij, voor de romantische school geschikt is.’ Indien wij deze redenering goed begrijpen, dan wil de Schrijver door het gebrekkige van zijnen arbeid kundige landgenooten bewegen tot het leveren van iets beters. Dit is waarlijk den ijver voor de eer der vaderlandsche letteren wat te ver getrokken. Zichzelven tot een' zondenbok te maken, om den onreinen poel, waaruit de vertaalde Romans voortkomen, te dempen, zulk eene zelfopoffering is waarlijk éénig in hare soort! Gaarne huldigen wij des mans goeden wil, maar hopen tevens, dat mannen van genoegzame talenten zullen voortgaan met het handhaven van den vaderlandschen roem, zonder dat de steller van dit boek zich op nieuw blootstelle aan het gevaar van den geesel der kritiek te gevoelen. Voor ditmaal willen wij berusten in het oordeel, 't welk de man zelf over zijn werk geveld heeft.