Gedichtjes voor Kinderen, door L. Schipper. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. 1838. In kl. 8vo. 68 Bl. f 1-20.
Deze Kindergedichtjes van den op onzen Zangberg nog weinig bekenden Heer schipper hebben wij met genoegen gelezen. Het behoeft naauwelijks gezegd te worden, hoe moeijelijk het is, den eenigen van alphen, in het dichten voor kinderen, te evenaren. Hij alleen verstond de kunst, om den waren kindertoon, zonder platheid of weinigbeduidendheid, bij eene edele eenvoudigheid en kunstelooze innemendheid, aan te slaan. Schipper heeft gevoeld, voor wie hij schreef, en voor het kinderlijk verstand en hart wordt hier veel goeds ter opleiding gevonden. Op sommige rijmklanken, zoo als ze b.v. in het eerste stukje geplaatst zijn, zouden wij wel eenige aanmerking kunnen maken; ook de veelvuldige verkleinwoordjes hinderden ons wel eens: levenspligtjes, zaakjes en dergelijke zijn minder voegzaam; doch de vervaardiger toont te veel smaak, om niet bij eene