Zeemanswellevendheid.
Toen de Hertog van York, broeder van george III, naar zee werd gezonden, rustte Kapitein howe zijnen jongen kweekeling, naar Portsmouthschen trant, prachtig uit. De tegenwoordig zijnde Kapiteins vergezelden hem, in hunne booten, naar boord, waar zij gezamenlijk den jongen Zeekadet werden voorgesteld. Een matroos, die op het dek stond, zeide tot eenen kameraad: ‘Mij dunkt de jonge Heer is niet zeer beleefd; zie, hij houdt den hoed op het hoofd voor al deze Kapiteins!’ - ‘Onnoozele!’ antwoordde de ander: ‘Waar zou hij wellevendheid opgedaan hebben? Hij is nog nooit op zee geweest.’