vrij ruime keuze van stukken uit den Hollandschen Spectator. Er bleef echter nog zooveel schoons en goeds over, dat het hem leed deed, volgens zijn gemaakt bestek niet meer te kunnen plaatsen, en hij bewilligde dus in het voorstel van den bovengenoemden Uitgever, om eene afzonderlijke Bloemlezing uit dat onschatbare werk te geven, die hij als eene behoefte voor onzen tijd aanmerkte, in welken wij met beuzelachtige of verderfelijke voortbrengsels van vreemden grond als overstroomd worden.
Deze Bloemlezing ontvangen wij thans, op keurig papier, compres maar tevens duidelijk gedrukt, en door eene Redevoering over van effen, en diens verdiensten omtrent den Nederlandschen prozastijl, voorafgegaan, reeds eenige jaren geleden in een' Letterkundigen Kring voorgedragen, maar vroeger niet uitgegeven. De keuze der overgenomene stukken is oordeelkundig, daar zij uit die spectatoriale Vertoogen genomen zijn, welke nog grootendeels van toepassing kunnen geacht worden, of overigens strekken, om de zeden, gewoonten en denkwijze onzer voorouderen, die omtrent eene eeuw geleden leefden, aan het thans levend geslacht te leeren kennen. Elk der zesendertig Vertoogen is bovendien van een opschrift voorzien, dat er de hoofdstrekking van aanduidt, en in de rangschikking heerscht eene opvolging van denkbeelden, die den nadenkenden Lezer gemakkelijk in het oog zal vallen.
Wij zijn den Heere van kampen dank schuldig voor deze nieuwe gift. Zij bestaat wel uit iets, wat men zich, met nog zooveel meer er bij, helaas! gelijk hij zelf klaagt, voor een' spotprijs op de meeste openbare boekverkoopingen kan aanschaffen; maar de verwendheid van onzen Landaard, de eenigzins verouderde spelling, hier naar de thans aangenomene gewijzigd, en de menigte der Vertoogen, die thans geene algemeene belangstelling meer wekken, worden door hem als oorzaken van de doorgaande geringschatting van den Spectator aangemerkt, en het zelf schiften en kiezen uit een zoo uitvoerig werk is zeker ieders zaak niet. Hij ga dan voort met zulks (volgens zijne belofte, wanneer de poging bijval vindt) voor diegenen te doen, welke het werk zelv' niet bezitten; en die poging doe, bij ruim vertier der keurige Bloemlezing, welke ook tot geschenk aan beschaafde Vrouwen en Jongelieden uitnemend geschikt is, den rijken Bloemtuin zelven in waarde stijgen, waar smaakvolle en den-