venhage, bij W.P. van Stockum. 1838. In gr. 8vo. 26 Bl. f :-25.
De Briefschrijver bedoelt eene innige en hartelijke vereeniging van Christenen van verschillende geloofsbelijdenissen, en eene onderlinge aaneensluiting in het gezellig verkeer, ter bevordering van Christelijke kennis, geloof en heiligmaking; en hij wenscht, dat daartoe de dag des Heeren, door huisgezinnen, familiebetrekkingen en vriendschappelijke vereenigingen, bij voorkeur moge afgezonderd worden. Hij oppert het denkbeeld, om, door middel van die vereenigingen, allengskens afdeelingen en onderafdeelingen, in groote en kleine plaatsen, te vormen, welke, eenmaal des jaars, door afgevaardigden vertegenwoordigd, de belangen der Broeder-Maatschappij, op eene algemeene vergadering, zullen trachten te bevorderen; en hij voorspelt zich van dit een en ander, voor de zaak van waarheid, deugd en liefde, ook ter afbreuk van het rijk van dwaling, on- en bijgeloof, de meestgewenschte gevolgen.
Recensent heeft hooge achting voor den Man, uit wiens hoofd en hart deze Brief gevloeid is, en deelt hartelijk in den wensch, dat alles, wat de gemeenschap der heiligen bevorderlijk kan zijn, meer en meer in ons wone en goede vruchten drage, Gode en den Verlosser ter eere! Hij acht, vooral in eenen tijd, waarin velen zich afzonderen en afscheiden, en onverdraagzaamheid en liefdeloosheid veler harten hebben doen verkouden, eene meerdere aaneensluiting van verstandige en liefderijk gezinde Christenen een uitnemend middel, om den geest des kwaads, der ondeugd, der huichelarij, der tweedragt en liefdeloosheid, met Christelijken moed en volharding, te helpen bestrijden, en beveelt daarom de zaken, in deze weinige bladzijden ter sprake gebragt, der lezing en behartiging van velen aan.
Maar, zich met den echt Christelijken geest en zin van dit geschrift vereenigende, vermeent Recensent, dat het voorgedragen plan eene alleromzigtigste overweging