Leonard en Ferdinand, of de keuze eener Echtgenoot. Oorspronkelijk Nederlandsche Roman. II Deelen. Te Amsterdam, bij de Gebr. Diederichs. In gr. 8vo. Te zamen 680 Bl. f 5-60.
Indien deze Roman tot de gewoonlijk voorkomende middelmatige voortbrengsels van dezen aard behoorde, zouden wij meenen te kunnen volstaan met door een enkel woord denzelven aan te kondigen. Het middelmatige berokkent verveling; terwijl integendeel, én hetgeen uitmunt, én hetgeen buitengewoon dwaas is, de aandacht tot zich trekt. Wij achten dezen oorspronkelijk Nederlandschen Roman niet ongeschikt, om, door een verslag van denzelven, onzen lezer, indien deze op het oogenblik daar geen gewigtiger bezigheid om verzuimt, een weinig te vermaken. Twee vrij bemiddelde jongelingen besluiten, nadat zij tot Doctoren in de Regten gepromoveerd zijn, hunne woonplaats, eene van onze landsteden, te verlaten, en een gedeelte van Duitschland, Zwitserland en Frankrijk te doorreizen; en dat wel, NB, om elk eene vrouw te zoeken. Zoo gezegd zoo gedaan. In de eerste herberg echter, waarin zij op den morgen na hunne afreis het ontbijt nemen, verlieft reeds een van onze jonge Advocaten op het nichtje van den Kastelein; terwijl de andere te Rotterdam, in het nichtje van den Postdirecteur, het meisje van zijne keuze vindt. Evenwel men had nu eenmaal besloten om den grooten tour te doen. De Heeren zijn er zelf beschaamd over, dat zij zoo nuchteren op reis waren gegaan, dat reeds het eerste ontbijt en het eerste souper hun datgene heeft doen vinden, wat zij zoo ver af wilden gaan zoeken; en ook, zij willen eens zien, of hunne keuze bestand zal zijn tegen den invloed der vreemde vrouwen. Zij