Het Nederlandsch Burgerlijk Wetboek, vergeleken met het Wetboek Napoleon; nagelaten werk van Mr. Carel Asser, enz. enz. 's Gravenhage en Amsterdam, bij de Gebr. van Cleef. 1838. In gr. 8vo. 684 Bl. f 6-60.
Groot was voor ons Vaderland in het algemeen, en voor Regtsgeleerdheid en Regtsbedeeling in het bijzonder, het verlies van den bekwamen en verdienstelijken Mr. c. asser; en het verheugt ons, dat althans in één opzigt dat verlies voor het Publiek vergoed wordt, door de uitgaaf namelijk van des Overledenen werk over het Nederlandsch Burgerlijk Wetboek, vergeleken met het Wetboek Napoleon; welke uitgaaf door zijnen Zoon Mr. l. asser en zijnen Neef Mr. c.d. asser ondernomen en gelukkig volbragt is.
Weinigen, bijna niemand was zoo in de gelegenheid en tevens zoo geschikt voor dusdanige taak, als nu wijlen de Heer Mr. c. asser, die zelf Lid en Secretaris der Commissie van Redactie der Nationale Wetgeving was, en zulk een voornaam aandeel in de werkzaamheden dier Commis. sie nam.
Het werk, dat in goeden, zuiveren en aangenaam lezenden stijl geschreven is, bezit dan ook al de verdiensten van een handboek, hetwelk Advocaten, Procureurs en Notarissen de beoefening van het nieuw-Nederlandsche in vergelijking van het nog dikwijls in 't vervolg te pas komende Fransche Regt gemakkelijk maakt, en hen in staat stelt, om, met de beide Wetboeken voor en asser's handleiding bij zich, dadelijk hunne cliënten te regt te helpen, zonder telkens zelf alle overeenkomsten en afwijkingen te moeten nasporen; eene taak, waarbij men, in den aanvang, al ligt iets over het hoofd zou zien.
Doorgaans wordt de gegrondheid der veranderingen, bij het Nederlandsche Wetboek ingevoerd, uitmuntend aangetoond. Minder gelukkig is de Heer asser geslaagd in zijn betoog, dat te regt bij de nieuwe Wet de Echtscheiding, alleen ten gevolge van onderlinge toestemming, verboden is, welke bij de Fransche Wet, echter zóó, dat die soort van Echtscheiding langwijlig, kostbaar en moeijelijk was, werd toegelaten; en dat voorts te regt bij de nieuwe Wet de scheiding van tafel, bed, goederen en zamenleving, bij onderlinge toestemming, is toegestaan, terwijl de Fransche Wetgever in