en slagen zij daarin nu eens beter, dan eens minder goed, naar dat hun bekwaamheid en smaak in meerdere of mindere mate geschonken zijn. Ware de Schrijver van dit werk nog in leven, dan zouden wij er ons toe kunnen zetten, om zijnen letterarbeid te beoordeelen; maar waartoe zou het nu baten? de man is dood, en, zoo als wij bij eene vorige aankondiging van een zijner werken te kennen gaven, zal het zijnen vrienden zeker genoegen doen, iets uit zijne nalatenschap te ontvangen. Zij zullen zich ook niet beklagen, dat men hun iets onwaardigs levert. Bijzondere inzigten of nieuwe oogpunten in de geschiedenis, de zeden en gewoonten van dien tijd vol beroering, partijwoede en wreedheid, zal men er wel niet in vinden; maar het verhaal laat zich, zonder veel inspanning, geleidelijk lezen; het wekt de belangstelling om het vervolg te leeren kennen, zonder juist daarnaar met geestdrift te doen verlangen; de vinding is niet onaardig; maar gang, gloed en warmte, werking van verhevene hartstogten te schilderen, viel niet onder het bereik van den jeugdigen Schrijver, die zich echter door oefening had kunnen volmaken, ware hem daartoe langer leven vergund geworden. De hoofdpersoon wordt voorondersteld van adellijke geboorte te zijn, opgevoed door den Heer van Haamstede, een Kabeljaauwsch Edelman, die zijnen zoon om Hoekschgezindheid onterft, Beyling als erfgenaam benoemt en aan zijne eenige dochter verlooft; terwijl die zoon, Floris van Kijfhoek, zoo wel om zijn eigen belang als in dat van vrouw Jacoba van Beijeren, den vader in zijn slot belegert, dat ingenomen, in brand gestoken en verwoest wordt, en de dochter met hare Gouvernante in handen van den woesten en gewetenloozen van Kijfhoek geraken. Tot zoo verre brengt ons het verhaal in dit eerste deel, waarvan het tweede weldra verschijnen zal. Op de zee der Romans kan deze ook medevaren, en, zoo wij er al niet veel treffends in ontmoeten, kunnen wij verzekeren, dat er niets schadelijks in te vinden is; hetgeen, in den
tegenwoordigen tijd, wel als eene verdienste, al is ze dan ook ontkennend, mag gerekend worden.