door de wereld wandelt, en over alle andere geneesmethoden gewis de zege behalen zal, is zeker het oogmerk der Heeren bleekrode en schönfeld, door middel van hun tijdschrift dien gulden tijd des te spoediger te doen opdagen en de zegepraal te helpen bevechten.
De Heer s. bleekrode, in zijne Dissertatie zich geschreven hebbende salomon abrahamus, opent dit eerste stuk, hetwelk met nog drie stukken eenen jaargang zal uitmaken, met eene verhandeling, waarin de Homoeopathie volgens haren oorsprong, voortgang en gegenwoordigen toestand beschouwd wordt. Het is een uittreksel, gelijk hij zelf zegt, uit zijne akademische verhandeling: Comm. med. inaug. pars prior, sistens Palaeologiam regulae therapeuticae: similia similibus curantur. Waartoe dit uittreksel? Waarschijnlijk met het oogmerk, in anderen gehekeld op bl. 93, te weten: geschreven ten dienste van het beschaafde publiek, jonge Geneesheeren en allen, die zich het homoeopathische wonderstelsel willen eigen maken, zonder dat dit hun veel moeite en geld kost...... of wel, dewijl Dr. eekma in het Hollandsch schreef, zoo als men bl. 102 kan lezen, met het doel: Il faut bien le payer de la meme monnoie. Anders had de Heer bleekrode zijne Pars prior met eene Pars altera in de Latijnsche taal kunnen vervolgen, waarmede hij het geneeskundig publiek zoude verpligt hebben; terwijl hij tevens het door baglivius gegeven voorschrift, bl. 93 vermeld, met een goed voorbeeld zoude nagekomen zijn. De Dissertatie van den Heer bleekrode, hoe men over het onderwerp denke, is voor hem een blijvend gedenkteeken van geleerdheid, vlijt en welbesteden tijd. Maar al deze goede eigenschappen verschaffen niet dadelijk eene winstgevende praktijk; en de zucht naar deze brengt jonge Artsen vaak op eenen dwaalweg. De beschouwing van Dr. bleekrode en de verdediging der Homoeopathie door Dr.
schönfeld bevatten niets, dan hetgeen reeds zóó dikwijls en tot vervelens