lezing in weinige dagen, en nog toevallig onder de ongunstigste omstandigheden, moest geschreven worden, komt hem de eer toe, dat hij zich naar tijdsomstandigheden wèl van dezelve gekweten heeft. Zij werd, om in het gezelschap voorgelezen te kunnen worden, in het Engelsch vertaald door Dr. matlak, die, zoo wij hopen, zich beter van dezen arbeid moge gekweten hebben, dan Dr. rosenstein met het Duitsche origineel, hetwelk ook gedrukt werd, is omgesprongen. De Engelsche vertaling heeft laatstgenoemde zeker niet voor zich gehad; dit blijkt zoo wel uit stijl, als keus van woorden.
De beoordeeling der verhandeling behoeft niet uitvoerig te wezen. Wij houden ons aan het gezegde van den Schrijver: ‘De daarstelling en ontwikkeling van dit onderwerp, hoe wel meer dan tienmaal door anderen bewerkt, (sic) had, wel is waar, beter moeten zijn; doch de omstandigheden waren tegen, en er stonden ons destijds geene andere werken ten dienste: wij moesten ons aan het eenmaal geschrevene houden.’ Deze nederige belijdenis van den Schrijver heeft echter den Heer Dr. rosenstein niet teruggehouden, zijne vertaling, die anders en beter moest wezen, met eene gonzende, hoogdravende voorrede, der Hollandsche natie aan te bieden, omdat hij, die wèl wil, niet langer koele toeschouwer mag blijven, niemand de zaak ongevoelig kan laten liggen. Door de Homoeopathie is eene onwedersprekelijke grondwet vastgesteld, waarop men bij de beoefening derzelve zeker en vast bouwen kan. (?)
En wat zal deze grondwet vermogen? Hooren wij den Man verder! Hering besluit zijne voorlezing met eene aanspraak en wensch aan het Amerikaansche volk, hetwelk met geoefende oogen snel het ware nuttige erkent, (gelukkig volk!) dat het zulken schat, als deze nieuwe geneeskunst, weldra in hare geheele waarde zal aannemen. De Heer rosenstein zegt op dit voetspoor: ‘Er kiemt, dit mogen wij zonder