Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836
(1836)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 602]
| |
Genezing van vallende ziekte door cort. rad. dictamni albi.De Heer Baron a. sloet van oldruitenborgh heeft, in het Wetenschappelijk Maandschrift voor Junij 1835, No. 8, het voorschrift bekend gemaakt van een poeder tegen vallende ziekte, sedert twee eeuwen bij zijne Familie berustende, en om niet aan de lijders uitgedeeld. De kracht van dit middel is mij onlangs in het volgende geval gebleken. Een meisje van 15 jaren verviel, door vrees en schrik, in stuipen, die, met geringe tusschenpoozen, nacht en dag aanhielden, en in epileptische toevallen overgingen. In het Gasthuis opgenomen, ondervond zij bij eene doelmatige behandeling van den Geneesheer van dit gesticht geene de minste beterschap. Naderhand werd zij in het Roomschkatholiek Weezen-Armhuis opgenomen; en daar de Geneesheer (dezelfde als die van het Gasthuis) verklaarde geene andere middelen, dan zijn Ed. haar in het Gasthuis had voorgeschreven, te kunnen aanwenden, zoo besloot men het bovengemelde poeder haar toe te dienen. Dit poeder bestaat uit 8 deelen Pulv. cort. rad. Dictamn. alb. en 1 deel Pulv. rad. ZedoariaeGa naar voetnoot(*). Hiervan worden 2 scrupels genomen met Aq. Tiliae, of meerder, zoo deze hoeveelheid niet helpt; doch in het laatste geval wordt de Zedoaria op de helft verminderd. Hierbij wordt de volgende leefregel in acht genomen: de patiënt mag niet eten van alwat van een varken is, niets van hoofden, zelfs niet van een' visch, geene Noordzeevisch, geene drooge erwten, niet veel aardappelen of witte kool; hij mag geene sterke dranken, noch veel wijn drinken, niet snuiven of rooken, niet adergelaten worden. | |
[pagina 603]
| |
Men begon bij onze lijderes mer één poeder daags, en is tot drie poeders geklommen. In het eerst werden de toevallen nog veel heviger, gelijk dit in de meeste andere gevallen eveneens plaats heeft. Na zes weken begonnen de toevallen in hoeveelheid te verminderen, en vier weken later begonnen zij ook in hevigheid af te nemen, zoodat men na verloop van twaalf weken eerst regte beterschap bespeurde. Thans is zij sedert twee maanden van de toevallen geheel bevrijd gebleven. |
|