Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836(1836)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Nagalm aan de Eichhorns. Het is dan verdwenen, het minnelijk paar, Zoo feestlijk gewierookt op gouden altaar! Wij hebben in kind'ren talenten vereerd, Waar mannen voor zwichten, in studie volleerd. Niet alzoo den vader, wien dorst naar het goud Doet woek'ren met gaven, zijn' zonen vertrouwd. Wij hebben dien dorst met meer tientjes verzaad, Dan hij, met de zijnen, wel centen hier laat; Ja, doof voor de stem van erkent'nis en pligt, Geen noot heeft de nooddruft der armen verligt! Zijn kroost streeft, in kunst, Paganini op zij', - Hij hem ligt, in slordige schraapzucht, voorbij. Vaarwel dan, o Eichhorn! - uw' zonen zij de eer! Gij zijt slechts de vader dier kind'ren - niets meer. IJ. Vorige Volgende