ter kele ingespoten, baatten even min. Dr. blumenbach slaagde niet beter in zijne beproefde kuur. Martin valt op het denkbeeld, dat eenig vreemd voorwerp zich in den anus van het dier vastgenesteld hebbe. Zijn besluit is genomen. Hij gaat in de kooi, vat met kracht den koning van het woud bij de manen, brengt de andere met olie bestrekene hand, ondanks den brullenden wederstand, in het intestinum, maakt voorzigtig een been van een te gulzig verslonden aas, zich daar bevindende, los en naar buiten, en de leeuw is gered. Ook dit beest betoonde hem de levendigste erkentenis. - Den leeuw Koburg gebeurde iets soortgelijks. (Sedert voert martin met vleesch, ontdaan van de beenderen.) Een stuk wervelbeen blijft hem achter in den muil, gedurende 24 uren, onbewegelijk vastzitten. Ontsteking, verzeld van geweldige pijn, openbaart zich weldra. Martin wapent zich met een' ijzeren bout van een' zijner wagens, treedt in de kooi, opent met beide handen des diers muil, onderzoekt denzelven, plaatst de punt van den bout tegen het been, slaat met de andere hand op het andere einde, en het been springt los. - In Nov. van 1828, eindelijk, brak, digt bij Frijburg, een der reiswagens. Het herstel veroorzaakte een lang oponthoud, en de togt werd tot na middernacht voortgezet. Door eene begane onvoorzigtigheid en het schokken op een' slechten weg was intusschen de kooi eens tijgers opengeraakt. Te midden der duisternis komt een der voerlieden, op eene pleisterplaats, met eene lantaren zijnen mantel halen, en - ziet eensklaps den tijger, die zijne kooi had verlaten, op het achtereinde des wagens voor zich staan! De voerman heeft de tegenwoordigheid van geest, om het licht van zijne lantaren, terwijl hij langzaam achterwaarts treedt, in de oogen des tijgers te laten schijnen, die, daardoor als verbijsterd, onbewegelijk blijft. Zoo
bereikt hij de deur, opent dezelve krampachtig, en valt in onmagt neder. Martin, ter hulpe toegeschoten, verneemt, wat er gaande is, aarzelt niet, snelt naar buiten, ziet het ondier, geeft het een' zwaren vuistslag op den muil, dwingt het achteruit te deinzen tot in de kooi, en sluit het dadelijk daarin op.
Wie dit alles, en nog al meer, breedvoeriger verlangt te lezen, kan voor eene kleinigheid zijnen lust boeten.