Met bijzonder genoegen lazen wij het werkje, naar het Fransch van den Baron de montemart boisse, waarin, voor een' Franschman vrij gelukkig en onpartijdig, de staat van ons geschil met de Belgen wordt opgegeven, en het bestuur van onzen Koning met vuur verdedigd wordt.
Ook vele belangstelling boezemden ons in de Pensées philosophiques van eenen ongenoemden. Het valt te bejammeren, dat een man van doorgaans zoo vrijen en helderen denktrant en zulke edele beginselen tot de dwaalieer van het Dualismus vervallen is, en zoo wel aan de eeuwigheid en oorspronkelijkheid der ongevormde stof, als van den Bouwheer des heelals gelooft. De lezing van niet dan Fransche, of in derzelver geest en taal zich uitdrukkende Wijsgeeren, met verzuim van beoefening der Duitsche Philosophie, schijnt de oorzaak dier verkeerdheid in des Schrijvers redekaveling te zijn. Indien hij, uit kant's Kritiek der zuivere Rede, zich overtuigd had van de subjectiviteit van tijd en ruimte, dan zou hij, zonder daarom Kantiaansch te moeten wezen, (want ook het stelsel van dien vermaarden man heeft, in zijn geheel, den toets der tijden niet kunnen doorstaan) echter niet zijn uitgegaan van een grondbeginsel, dat de absolute realiteit van tijd en ruimte op den voorgrond stelt, en daardoor ligtelijk tot de leer van twee beginselen, een stoffelijk en een geestelijk, vervoert.
Nuttiger voor het algemeen, en rijk in lessen, vooral voor Vorsten en personen van hoogen stand, is de Vorstenspiegel van den achtingwaardigen engel. De aangename en onderhoudende stijl, zoo wel als de echt liberale denkwijs des opstellers, verdient onzen welmeenenden lof.